Dossier opdracht 5 - Analyse eigen narratief

Scene ketting van Aristoteles

Scene 1 Maria zit in haar kamer, het licht flikkert ect. Je hoort wind geluiden en licht storm.
Scene 2 Ze loopt naar beneden.
Scene 3 Gesprek discussie met de vader.
Scene 4/6 Ze haalt haar vader over om thuis te blijven. Het water komt omhoog. Ze gaan naar de badkamer om van het water te vluchten.
Scene 7 Het huis stort in.
Scene 8 Ze zoekt naar een vlot/object om met de stroom mee te gaan.
Scène 9/10 Ze drijven naar buiten en worden opgehaald met een bootje.

Piramide van Freytag

Aanzet van de actie/Blootstellen van de actie - Maria zit in haar kamer, het licht flikkert ect. Je hoort wind geluiden en licht storm.
Reisende actie - Ze loopt naar beneden.
Complicatie - Gesprek discussie met de vader.
Climax - Ze haalt haar vader over om thuis te blijven. Het water komt omhoog. Ze gaan naar de badkamer om van het water te vluchten.
Omkerende actie - Het huis stort in.
Afnemende actie/ Catastrofe - Ze zoekt naar een vlot/object om met de stroom mee te gaan.
Moment van de laatste spanning - Ze drijven naar buiten en worden opgehaald met een bootje.

Naar ons weten klopt het narratief met de spanningsopbouw, zoals je hierboven leest hebben we beide theorieën toegepast. Omdat ons narratief interactief is kan het zijn dat bij een ander einde er wel een schakel mist.

Beschrijf de structuur

Lineair/chronologisch - Je staat in de schoenen van het hoofdpersonage, als kijker maak je de keuzes. Hierdoor is het niet logisch als de verhaal stukken door elkaar lopen.

Verander de structuur

Alternerend - Maria zat op haar bed. Ze kon niet slapen; de dakpannen klapperen, de storm raast hard door. Ze kon de radio die beneden aanstond horen, wat Maria nog een beetje afleidde. De golven kwamen eerder die dag al zo hoog, dat de veerboot - die het toen nog net riskeerde om terug naar het dorp te varen - soms uit het zicht verdween.

Gerardus zat op de bank beneden in het huis. Het waaide hard. De dakpannen klapperen. Hij is ongerust. Hij weet dat de dijken zwak zijn. De radio stond bij hem aan. Hij hoorde Maria richting de trap lopen.

Maria ging naar beneden om te vragen wat er aan de hand was.

Gerardus legde aan zijn dochter uit wat er aan de hand was. Hij stelde voor om hun eigen bootje te pakken en naar het gemeentehuis te varen.

Maria zegt tegen haar vader dat ze het te gevaarlijk vind. Hij moet niet zomaar weg gaan tijdens deze ramp. Hij zou geheid verdrinken. Een onervaren vaarder kon niks doen tegen de stevige stromingen en zou zo tegen een huis of boom aanbotsen.

Gerardus vraagt of Maria even helpt met de zakken bloem voor de deur neer te leggen. Zodat het water niet binnen komt. Wanneer ze allebei zien dat het water niet te stoppen is, zegt hij tegen Maria dat ze naar boven moet gaan. Hij zelf opperde om te gaan helpen met het verstevigen van de dijken.

Maria haalt haar vader over om niet te helpen met het verstevigen van de dijken, maar om bij haar te blijven. Samen vluchtten ze naar boven, en gaan in de badkamer zitten. Het water bleef stijgen. Het huis stortte voor een deel in.

Gerardus zag een stuk hout van de deur voorbij drijven. Hier hielp hij maria bovenop te klimmen.

Maria pakte de hand van haar vader vast en hielp hem ook dit deel van de deurop. Ze drijven naar buiten waar ze hulp tegen komen. (Einde)


Wat levert dit op?

Er verandert niet zoveel, maar chronologisch werkt het beste om de kijker in het verhaal mee te nemen vanwege de interactieve functies van het narratief.